Schelpdieren in het Veerse Meer en Grevelingenmeer in 2018

Wageningen Marine Research voert sinds 1990 bestandsopnamen uit van kokkels, mosselen en andere schelpdieren in de Nederlandse kustwateren. Deze inventarisaties worden uitgevoerd te behoeve van het Nederlandse schelpdiervisserij-beleid van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV...

Full description

Bibliographic Details
Main Authors: van Zwol, J., Troost, K., Brummelhuis, E., van den Ende, D., van der Pool, J., van Asch, M.
Format: Report
Language:Dutch
Published: Centrum voor Visserijonderzoek (CVO) 2019
Subjects:
Online Access:https://research.wur.nl/en/publications/schelpdieren-in-het-veerse-meer-en-grevelingenmeer-in-2018
https://doi.org/10.18174/498254
Description
Summary:Wageningen Marine Research voert sinds 1990 bestandsopnamen uit van kokkels, mosselen en andere schelpdieren in de Nederlandse kustwateren. Deze inventarisaties worden uitgevoerd te behoeve van het Nederlandse schelpdiervisserij-beleid van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en zijn daarnaast ook van belang voor evaluatie van beheersmaatregelen en effectstudies in het kader van natuurbeleid zoals Natura 2000 en de Wet Natuurbescherming. De schelpdierbestanden in het Veerse meer en Grevelingenmeer worden sinds 2017 geïnventariseerd, in de ondiep gelegen gebieden die sinds de aanleg van de deltawerken permanent onder water staan. In 2017 beperkte de inventarisatie zich tot de gebieden buiten dichte oesterbanken. In 2018 zijn daarnaast ook de oesterbanken geïnventariseerd om een vollediger beeld van de schelpdierbestanden en verspreidingspatronen te krijgen. In het Veerse meer werden 294 locaties bemonsterd, waarvan 91 in oesterbanken. De meest algemeen voorkomende soort was de Fuikhoren (Nassarius sp.), welke op 109 locaties is aangetroffen. De meest talrijke soorten tweekleppigen waren, in volgorde van afnemende bestandsgrootte: de Filipijnse tapijtschelp (Ruditapes philippinarum), de Japanse oester (Crassostrea gigas), de mossel (Mytilus edulis) en de strandgaper (Mya arenaria). Op één locatie werd de Amerikaanse venusschelp (Mercenaria mercenaria) aangetroffen. De volgende bestandsgroottes zijn geschat voor de aangetroffen commercieel interessante soorten (in miljoen kg versgewicht): Japanse oester 43,5; platte oester (Ostrea edulis) 0,2; mossel 1,3; gewone kokkel (Cerastoderma edule) <0,1; Filipijnse tapijtschelp 2,6. In het Grevelingenmeer werden 265 locaties bemonsterd, waarvan 153 met het kokkelschepje en 112 met de oesterhapper. De meest algemeen voorkomende schelpdiersoort was de Japanse oester, welke op 88 locaties is gevonden. Op het Grevelingenmeer kwamen onder andere ook veel platte oesters (77 locaties) en mosselen (76 locaties) voor. De volgende bestandsgroottes zijn ...