Summary: | De Europese aal (Anguilla anguilla) kent een sterke afname gedurende de afgelopen decennia. Zo is de huidige intrek van glasaal slechts 1-5% van de intrek in de 60-70-er jaren. Door de Europese Unie is vastgesteld dat ten minste 40% van de biomassa moet kunnen ontsnappen naar zee. Deze biomassa is gerelateerd aan de beste raming betreffende de ontsnapping die plaats zou hebben gevonden indien de mens geen invloed had uitgeoefend op het bestand. Een ‘schieraalindex’ is een jaarlijks terugkerende monitoring die op dezelfde wijze en op dezelfde manier wordt uitgevoerd om de relatieve toe- of afname van uitrekkende schieraal waar te nemen. De schieraal index is niet direct gerelateerd aan de evaluatie van deze 40% uitrek van schieraal. Wel geeft een schieraal index, middels een jaarlijkse monitoring, een goede reflectie van een toe of afname van de uittrek van schieraal in Nederland. Deze studie betreft een eerste monitoringsjaar van de schieraalindex. Er is op een zevental locaties gemonitord in de maanden september tot en met november. Hierbij zijn twee intrekpunten: Lobith (Rijn) en Belfeld (Maas) en vijf uittrekpunten: Den Oever, Kornwerderzand, Nieuwe Waterweg, Haringvliet en het Noordzeekanaal, geselecteerd. Er zijn grote fuiken, schietfuiken, stokfuiken en een ankerkuil gebruikt om alen wekelijks te monitoren. Hierbij werd per week een deel van de alen opgemeten zonder selectie, minimaal 75 stuks per week, wanneer de vangsten dat toelieten. De rest van de alen werden geteld. Alle alen zijn door de vissers zelf ingedeeld in rode alen, blinkers en schieralen. Naast schieralen worden diadrome vissen (fint, houting, elft, barbeel, zalm, zeeforel, rivierprik en zeeprik) apart opgemeten. Alle overige visvangsten zijn in categorieën ingedeeld (1-10, 10-100 en >100).
|