Monitoring Vlaamse stranden : winter 2007/08

This is the second report of the Beached Bird Surveys along the Flemish coast. The study was conducted under the authority of the Flemish Agency for Maritime and Coast Affairs (AMDK-AK) and in close cooperation with the Flanders Marine Institute (VLIZ). This report presents the results of the Beache...

Full description

Bibliographic Details
Main Authors: Verstraete, Hilbran, Stienen, Eric, Van De Walle, Marc
Format: Book
Language:Dutch
Published: Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2008
Subjects:
Online Access:https://data.inbo.be/pureportal/en/publications/monitoring-vlaamse-stranden--winter-200708(697c80f8-2535-4ca5-a37b-5c1eddb592ab).html
https://data.inbo.be/purews/files/719462/Verstraete_etal_2008_MonitoringVlaamseStranden.pdf
Description
Summary:This is the second report of the Beached Bird Surveys along the Flemish coast. The study was conducted under the authority of the Flemish Agency for Maritime and Coast Affairs (AMDK-AK) and in close cooperation with the Flanders Marine Institute (VLIZ). This report presents the results of the Beached Bird Surveys conducted during the winter 2007/08. During last winter, 524 birds washed ashore on the Flemish beaches. Densities are comparable with previous years, but he distribution of the monthly densities differs from the general pattern. Due to heavy storms, densities peaked in November. Especially densities of songbirds, waders and Northern Fulmar were higher than usual just like the densities of some scarse species. As usual, auks and gulls were most numerous. However, densities of Razorbills and Guillemots were lower than usual, while densities of Little Auks were remarkably high. The density of Black-legged Kittiwake was the highest since the winter 1991/92. Also the fact that most (79%) of the beached kittiwakes were jong birds, was exceptional. The overall oil-rate of seabirds washed ashore on the Belgian beaches decreased enormoulsy during the last decades. The average oil-rate of Guillemots and Black-legged Kittiwakes decresed from 98 and 80 % during the sixties, to 35 and 15 % during previous winters. During the last few years, the oil-rate of both Guillemots and Black-legged Kittiwakes suddenly decresade to an even lower level. This sudden decrease in combination with a stable number of beached individuals indicates that there is an additional problem not linked to olispills that causes the death of these seabirds. Possibly the decreased food abundance in the breeding grounds along the east coast of Scotland give rise to body condition problems for these birds on the wintergrounds. Dit is de tweede rapportering van de monitoring van de Vlaamse stranden in opdracht van Afdeling Kust van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (AMDK-AK). De coördinatie, de dataverwerking en de rapporting werd uitgevoerd door het INBO. Het databeheer werd uitgevoerd in nauwe samenwerking met het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ). Dit rapport heeft betrekking op tellingen van gestrande vogel langs de Vlaamse stranden gedurende de winter 2007/08. Tijdens de winter 2007/08 werden 524 vogels op de Vlaamse stranden gevonden. De verdeling van densiteiten aan gestrande vogels over de verschillende maanden week af van het algemene patroon. November werd gekenmerkt door een sterke piek van het aantal gestrande vogels als gevolg van aanhoudend, zwaar stormweer. Tijdens deze periode waren de dichtheden van Alkachtigen en meeuwen hoger dan normaal, maar vooral ook de dichtheden van zangvogels, steltlopers en Noordse Stormvogels Fulmaris glacialis . Ook een aantal schaarsere soorten werden in hogere mate dan normaal aangetroffen. Evenals in de meeste winters overheersten Alkachtigen en meeuwen ook afgelopen winter het soortenspectrum. Toch lag de densiteit van alkachtigen lager dan gewoonlijk en dan in het bijzonder de densiteiten van Zeekoet Uria aalge en Alk Alca torda . Kleine Alken Alle alle daarentegen spoelden, voornamelijk tijdens november, in veel hogere aantallen dan gewoonlijk aan. Dichtheid van Drieteenmeeuwen Risa tridactyla lag bijzonder hoog in vergelijking met data sinds de winter 1991/92. Ook de leeftijdsverdeling was ongewoon. Afgelopen winter spoelden voornamelijk jonge vogels aan. Het algemeen oliebevuilingspercentage is sinds dewinter 1961/62 sterk teruggedrongen. Dit is ook het geval voor Zeekoet en Drieteenmeeuw. Aangezien de densiteiten aan aangespoelde vogels minder snel daalt dan de oliebevuilingsgraad, moet er de laatste jaren een andere reden dan olievervuiling zijn die het aanspoelen van deze soorten in de hand werkt. Mogelijk heeft het te maken met voedselgebrek in de broedgebieden waardoor de vogels ook in de winter in moelijkheden komen.