De Staart der Cetacea en eenige Gevallen van lintvormige Staarten bij Phocaena phocoena (L.)

Bij de beschrijving en (of) de determinatie van Cetacea speelt de staart geen belangrijke rol. Toch is er een vertegenwoordiger dier orde te noemen, waarbij de staart er zoo karakteristiek uitziet, dat hierdoor alleen reeds geslacht en soort volkomen zijn bepaald. Ik bedoel Megaptera novaeangliae (M...

Full description

Bibliographic Details
Main Author: Deinse, A.B. van
Format: Article in Journal/Newspaper
Language:unknown
Published: 1945
Subjects:
Online Access:https://repository.naturalis.nl/pub/318142
Description
Summary:Bij de beschrijving en (of) de determinatie van Cetacea speelt de staart geen belangrijke rol. Toch is er een vertegenwoordiger dier orde te noemen, waarbij de staart er zoo karakteristiek uitziet, dat hierdoor alleen reeds geslacht en soort volkomen zijn bepaald. Ik bedoel Megaptera novaeangliae (M. nodosa, M. longimana, M. boops), de Humpback whale der Engelschen. De achterrand van de staartvin van dit dier is van een soort franje voorzien en dit kenmerk heeft g\xc3\xa9\xc3\xa9n andere cetacee. E. Mohr, Hamburg (1931, blz. 125, pl. 73) beeldde een foto af van een in Duitschland geschilderde Megaptera uit 1766, gemaakt naar een gestrand individu, waar de staartfranje reeds duidelijk is weergegeven. In 1889 behandelde J. Struthers uitvoerig de anatomie van de Humpback en noemt op blz. 8 den achterrand van den staart \xe2\x80\x9eserrated,,l terwijl op pl. II fig. 3 een duidelijke afbeelding van de \xe2\x80\x9eserrations" wordt toegevoegd. Hij telde langs den geheelen staartrand ongeveer 40 slipjes van de franje. Ook Beddard (1900), Heck (1915), Freund (1932), Fraser (1937) en IJsseling & Scheygrond (1943), om slechts enkele auteurs te noemen, maken melding van de staartfranje bij Megaptera. In Mei 1938 kocht ik op het Japansche walvischvaardersschip \xe2\x80\x9eTonan Maru II", een geheel gaaf \xe2\x99\x82 foetus van 1 m lengte van Megaptera, dat ook reeds zeer duidelijk de staartfranje vertoonde. Bedoeld foetus bevindt zich nu in de natuurhistorische collectie van het Erasmiaansch Gymnasium te Rotterdam.\nBalaenoptera en Balaena, alsook de Phocaenidae en Delphinidae bezitten een accoladevormige symmetrische staartvin zonder franje. In 1927 wees Harmer op het feit, dat bij den staart der Ziphiidae de accoladevorm ontbreekt, aangezien er g\xc3\xa9\xc3\xa9n inkeping in het midden is. Hij drukt zich aldus