Extension of the range of the bryozoans Tricellaria inopinata and Bugula simplex in the North-east Atlantic Ocean (Bryozoa: Cheilostomatida)
Uitbreiding van het areaal van de mosdiertjes Tricellaria inopinata en Bugula simplex in het noordoosten van de Atlantische Oceaan (Bryozoa: Cheilostomatida) In 2000 werd het mosdiertje Tricellaria inopinata op twee plaatsen bij Goes (Zeeland) aangetroffen. De soort is in 1985 beschreven aan de hand...
Main Authors: | , |
---|---|
Format: | Article in Journal/Newspaper |
Language: | unknown |
Published: |
2001
|
Subjects: | |
Online Access: | http://www.repository.naturalis.nl/record/218618 http://www.repository.naturalis.nl/document/45819 |
Summary: | Uitbreiding van het areaal van de mosdiertjes Tricellaria inopinata en Bugula simplex in het noordoosten van de Atlantische Oceaan (Bryozoa: Cheilostomatida) In 2000 werd het mosdiertje Tricellaria inopinata op twee plaatsen bij Goes (Zeeland) aangetroffen. De soort is in 1985 beschreven aan de hand van materiaal van Venetië, waar ze kennelijk door scheepvaart is geïntroduceerd. Tricellaria inopinata is afkomstig uit het noorden van de Stille Oceaan. De soort komt nu ook in Zuid-Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en Taiwan voor, en is daar waarschijnlijk geïntroduceerd. In 1996 werd deze soort voor het eerst aan de Atlantische kust van Europa waargenomen, in Galicië (NW Spanje). Waarschijnlijk tussen 1996 en 1998 koloniseerde de soort Zuid-Engeland in de omgeving van Wight. Naar aanleiding van de vondst bij Goes werd een onderzoek ingesteld naar de struikvormige mosdiertjes van (jacht)havens in Frankrijk, België en Nederland. Vastzittende kolonies van T. inopinata werden aangetroffen bij Scharendijke, Burghsluis, Bruinisse, Neeltje Jans, Colijnsplaat, Kats, Goes en Breskens in Nederland, Blankenberge en Oostende in België en Hendaye in Zuidwest-Frankrijk. De soort werd aangetroffen op (begroeiing van) pontons en jachten in jachthavens en in het Goesse Meer vooral op wieren. In Zuidwest- Nederland was de soort reeds zodanig wijdverspreid en talrijk in 2000, dat de introductie waarschijnlijk al in 1999 of eerder plaatsvond. Waarschijnlijk zal de soort in België en Nederland beperkt blijven tot (jacht)havens en binnenwateren met een voldoende hoog zoutgehalte, vanaf circa 25 ‰. In de Grevelingen zal zich naar verwachting een grote populatie ontwikkelen. Tijdens het onderzoek werden ook vastzittende kolonies van het mosdiertje Bugula simplex aangetroffen, en wel in Oostende (België) en bij het Goesse Sas. In beide gevallen bevonden de dieren zich op pontons, palen en een kademuur van een jachthaven. Oorspronkelijk is deze soort beschreven van de Adriatische Zee. In Groot-Brittannië wordt ze al waargenomen sinds de ... |
---|