Monitoring van kustbroedvogels in de SBZ-V ‘Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist’ en de westelijke voorhaven van Zeebrugge tijdens het broedseizoen 2013

This report describes the fluctuations in the number of breeding pairs in the Special Protected Area under the Bird Directive ‘Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist’ and in the western port of Zeebrugge. These are by far the most important breeding sites for coastal breeders in Flanders. The quality of...

Full description

Bibliographic Details
Main Authors: Stienen, Eric, Courtens, Wouter, Van De Walle, Marc, Vanermen, Nicolas, Verstraete, Hilbran
Format: Book
Language:Dutch
Published: 2014
Subjects:
Online Access:https://data.inbo.be/pureportal/en/publications/monitoring-van-kustbroedvogels-in-de-sbzv-kustbroedvogels-te-zeebruggeheist-en-de-westelijke-voorhaven-van-zeebrugge-tijdens-het-broedseizoen-2013(ab63bb0a-df7c-4180-b91a-f28f821f5fdd).html
https://data.inbo.be/purews/files/5726167/Stienen_etal_2014_MonitoringKustbroedvogelsSBZ_VKustbroedvogelsTeZeebrugge_HeistWestelijkeVoorhavenZeebruggeTijdensBroedseizoen2013.pdf
Description
Summary:This report describes the fluctuations in the number of breeding pairs in the Special Protected Area under the Bird Directive ‘Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist’ and in the western port of Zeebrugge. These are by far the most important breeding sites for coastal breeders in Flanders. The quality of the breeding sites and the foraging areas is discussed and advice is given for a better management of the colonies. The populations of terns (Sandwich, Common and Little Tern) and Black-headed Gulls have decreased strongly since 2008 and the breeding success was not sufficient for a stable population size. In Zeebrugge all 3 tern species used to exceed the threshold of 1% of their respective biogeographic population considerably. In 2013 only the Common Tern reached this threshold. The decrease is due to persistent problems with land predators. Food availability seemed to play no role in this. Also some scarce species strongly declined in Zeebrugge. Crested Lark and Yellow-legged Gull have totally left the area and the number of Northern Wheatears reduced to 1 pair in 2013. Also Mediterranean Gull and Kentish Plovers strongly declined during the past decade. Oystercatchers and Common Gull seemed to have stabilised at a level much lower than before. Only the population of Common Ringed Plover is rather stable at about 8 pairs. The populations of Herring and Lesser Black-backed Gulls also strongly declined in 2013. Where Lesser Black-backed gull still exceeds the 1% level (1.8% in 2013), the number of Herring Gulls dropped to 0.8% of the total biogeographic population. This decline is due to disturbance by foxes and a decreased availability of suitable nesting areas. In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de aantalsveranderingen van de broedvogels in de SBZ-V ‘Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist’ en de aangrenzende westelijke voorhaven van Zeebrugge tot en met 2013. Er wordt aandacht besteed aan de kwaliteit van het broed- en foerageergebied en er wordt een aantal adviezen gegeven ten aanzien van het beheer van de kolonies. De sternen- en kokmeeuwenpopulaties te Zeebrugge-Heist zijn na 2008 sterk in aantal achteruitgegaan en het broedsucces was jarenlang ruim onvoldoende om de populaties van de verschillende soorten in stand te houden. In het verleden haalden alle drie de sternensoorten geregeld ruim de 1%-norm, maar in 2013 wist alleen de Visdief dit niveau nog maar net te halen. Vooral problemen met landroofdieren zijn daar debet aan, terwijl het voedselaanbod ruim voldoende lijkt te zijn geweest. Ook een aantal schaarse broedvogels is de voorbije jaren, zij het om uiteenlopende redenen, sterk achteruitgegaan in de haven van Zeebrugge. Kuifleeuwerik en Geelpootmeeuw kwamen in 2013, evenals in de jaren daarvoor niet meer tot broeden en het aantal Tapuiten is gereduceerd tot slechts 1 broedpaar. Ook het aantal Zwartkopmeeuwen is al een aantal jaar zeer beperkt en van Strandplevier broeden er nog slechts 4 koppels. Scholekster en Stormmeeuw houden stand, maar op een lager niveau dan voorheen. Alleen het aantal Bontbekplevieren blijft al lange tijd redelijk stabiel met aantallen die schommelen rond de 8 broedparen. De populaties van Zilver- en Kleine Mantelmeeuw zijn in 2013 eveneens sterk in aantal achteruitgegaan. De Kleine Mantelmeeuw overschrijdt sinds 2001 de 1% norm (in 2004 broedde zelfs 2,6% van de totale biogeografische populatie in Zeebrugge) en ook in 2013 werd die norm nog ruim gehaald (1,8%). De Zilvermeeuw overschrijdt sinds 2009 de 1%-norm (maximaal 1,2% in 2010), maar in 2013 was het populatieaandeel van deze soort gezakt tot 0,8%. Voor de afname van het aantal grote meeuwen zijn een aantal factoren aan te wijzen: de aanwezigheid predatoren, een sterk afgenomen oppervlakte aan geschikt broedgebied en een afnemende geschiktheid van de broedterreinen.